Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En te Beth-markaboth, en te Hazar-susim, en te Beth-biri, en te Saaraim. Dit waren hun steden, [45]totdat David koning werd. 45. Anders, zolang als David regeerde. Versta dit alzo, te weten, zolang als David en zijn nakomelingen regeerden, en het koninkrijk Juda nog stond, namelijk tot de Babylonische wegvoering; maar als dat is verstoord geworden, zo zijn ook de nakomelingen van Simeon [die in den stam van Juda woonden] uit hun woningen verstoord en verdreven.